Interview – Charles van Veggel
Charles van Veggel (gepensioneerd, senior beleidsmedewerker Provincie Gelderland, voorzitter GBB)
“Het milieu moet nog meer leidend zijn. We willen de generaties na ons ten slotte niet achterlaten met een enorme ‘erfenis’.”
Charles van Veggel, in 1980 afgestudeerd als jurist, is vanaf het eerste uur betrokken geweest bij de Gelderse kennissamenwerking over bodem en ondergrond. Hij startte zijn loopbaan in de provincie Brabant en kwam al snel met bodemproblematiek in aanraking. Waar destijds gedacht werd: “het zijn een paar verontreinigingen, die pakken we aan en dan is het opgelost”, bleek het in de praktijk anders. Dat gold ook voor de provincie Gelderland, waar hij vervolgens aan de slag ging. “Binnen de provincie werd een aantal projecten rondom bodemsanering uitgevoerd. Dat was in de tijd dat provincie daarvoor het bevoegd gezag was. Gemeenten hadden grote bouwopgaven om het hoofd te bieden aan de woningnood. De saneringsoperaties om de grond bouwrijp te maken en de contacten hierover leidden tot een nieuw soort samenwerking. Er ontstond een gedeeld gevoel van verantwoordelijkheid. Provincie en gemeenten kwamen nader tot elkaar, het wederzijdse begrip groeide. We merkten dat collega’s enthousiast raakten van het verkrijgen van meer inzicht in de bodem en gebruik wilden maken van elkaars kennis en kunde.”
In de praktijk gebeurt het!
De kennissamenwerking tussen de provincie en de grote Gelderse gemeenten (Apeldoorn, Arnhem en Nijmegen) kreeg vorm en legde de basis voor het GOO van nu. De huidige deelname van de Gelderse gemeenten en omgevingsdiensten aan het GOO is een grote winst. “Ik zat namens de provincie Gelderland in een landelijke werkgroep vanuit het IPO die nieuwe regelgeving (besluit bodemkwaliteit) voorbereidde. We hebben ons vanuit de provincie hard voor gemaakt om vooral input hiervoor op te halen bij de mensen uit de praktijk. Want daar gebeurde en gebeurt het! Hoe meer kennis en ervaringen uit de dagelijkse praktijk worden gedeeld, zoals via de deelname aan het GOO, hoe beter de uitvoerbaarheid van het beleid.”
‘Oud’ beleid nog steeds in gebruik
Later speelde ook het probleem rondom de puntverontreinigingen. In de kennissamenwerking werd een toetsingsbeleid op papier gezet om voor Gelderland een uniform kader te hebben. En dat beleid uit 2012 wordt nog steeds gebruikt, aldus Charles. “Maar dat moet wellicht wel eens geactualiseerd worden nu. Een mooi thema voor de kennissamenwerking binnen het GOO!”
Samen aan de slag met vraagstukken
Charles is zo’n tien jaren geleden met pensioen gegaan. Tot die tijd was hij voorzitter van de kennissamenwerking over bodem en ondergrond. Dat heeft hij met veel plezier en inzet gedaan. “Het mooie was om netwerken te kunnen ontsluiten. Een belletje naar een collega was al voldoende om gebruik te maken van elkaars kennis en kunde. Ik vind het mooi om te zien dat dat nu nog steeds gebeurt. Niet allemaal het wiel willen uitvinden maar met elkaar aan de slag gaan. Op zoek naar antwoorden en oplossingen voor gezamenlijke vraagstukken. Bijvoorbeeld over alle nieuwe stoffen die de bodem en het milieu belasten. Hoe kunnen we daar samen nog meer over te weten komen? Ik ben van mening dat zaken simpeler geregeld kunnen worden, als men meer naar de bodemprofessionals luistert. Dat zou nog meer verschil kunnen maken in de aanpak van de huidige bodemproblematiek. Het milieu moet nog meer leidend zijn. We willen de generaties na ons ten slotte niet achterlaten met een enorme ‘erfenis’.”