Interview – Martin Veul
Martin Veul (adviseur bodem en beleidscommunicatie, Witteveen+Bos, gepensioneerd)
“Een boom meer is dan alleen hout. De bodem is meer dan grond.”
Het gesprek met Martin start met een kleine correctie: het GBB (GOO) bestaat effectief 24 jaar, maar met de voorbereidingen erbij 25 jaar. Martin was nauw betrokken bij de oprichting van het GBB. Gemeente Apeldoorn huurde hem in als adviseur bodem en beleidscommunicatie. Met zijn kennis en ervaringen over bodemsaneringen (nasleep bodemverontreiniging Lekkerkerk) die hij bij het VROM had opgedaan, kreeg hij een rol toebedeeld in het opstarten van een kennissamenwerking tussen provincie en de drie grote gemeenten in Gelderland. Hij vertelde hierover: “Samen met alle mensen die deze samenwerking van de grond wilden krijgen, maakten we een plan van aanpak. Er was een grote behoefte om kennis te delen en gezamenlijk vraagstukken op te pakken, maar de ambtenaren hadden zelf niet de ruimte om dit te organiseren. Daar mocht ik, als verbinder, een rol in spelen. Provincie Brabant had al een kennisnetwerk. Daar hebben we van kunnen leren. Het mooie van werken met bodemmensen is dat ze staan voor hun vak en wars zijn van hiërarchie. Dat heb je nodig om zo’n samenwerking van de grond te krijgen!”
Verbinding is het sleutelwoord
De kennissamenwerking was natuurlijk niet altijd rozengeur en maneschijn. Het plan van aanpak was goed doordacht en op papier goed beschreven. De praktijk vraagt echter niet alleen om het uitvoeren van een stappenplan. Martin: “Het vraagt om verbinding. Daar gaat het om! Daarom is een goed kernteam belangrijk. Zo’n kernteam zorgt ervoor dat er naar de overeenkomsten wordt gekeken en niet alleen naar de verschillen. Bouwen aan vertrouwen, dat kost tijd. Het gaat om gezamenlijk belang en draagvlak. Je komt alleen verder met een kennissamenwerking als mensen zich verbonden voelen met elkaar. Als er de ‘chemie ’is, een balans. Ik vind het heel bijzonder dat het GOO al zo lang hierin slaagt.”
Bewustzijnsverandering
Martin kijkt met plezier terug op de GBB-tijd. De bodem houdt hem nog steeds bezig. “We zijn, sinds Lekkerkerk, al ruim 40 jaar verder. Het probleem rondom bodemverontreiniging is verkend en herkend. Maar de essentie van de bewustzijnsverandering is nog niet bereikt. In de ideale situatie geldt dat preventie belangrijker is dan saneren achteraf. Er komen nog steeds nieuwe stoffen bij. Dan weten de vakinhoudelijke mensen al en die delen de kennis hierover ook. Maar andere belangen, zoals het economisch belang, spelen ook een rol. Kijk bijvoorbeeld naar PFAS. Ik hoop dat het GOO nog meer kan bijdragen aan die bewustzijnsverandering. De enige wezenlijke bijdrage kun je alleen zelf realiseren.”
Meer bezieling
Martin maakt zich zorgen over de uitholling van het thema ‘bodem’. Het GOO is een goede tegenhanger hiervoor. “Een boom meer is dan alleen hout. De bodem is meer dan grond. We leven erop. We eten ervan. We halen ons drinkwater eruit. De bodem heeft intrinsieke waarde. Daar moeten we weer meer oog voor krijgen. Integraal denken, minder functiegericht, meer waardegericht. Meer bezieling in onze blik op de bodem.”