Interview – Peter Bouter
Peter Bouter (beleidsadviseur bodem gemeente Arnhem)
“We zijn nog lang niet klaar met bodem. Misschien is het wel harder nodig dan ooit: nieuwe stoffen (PFAS, microplastics etc.), drukte in de bodem, verdichting, geothermie, bodembiodiversiteit. Het grijpt allemaal op elkaar in.”
Peter kent het GOO vanaf het eerste uur. Hij startte in 1992 bij gemeente Arnhem, waar – na Lekkerkerk – volop aandacht was voor bodemverontreiniging en – sanering. Het gemeentelijke bodemapparaat werd opgebouwd. Niet alleen in Arnhem maar ook in andere Gelderse steden zoals Apeldoorn en Nijmegen. Bodemadviseurs staken al snel de koppen bij elkaar. Het uitgangspunt was: wat we kunnen afstemmen, stemmen we af.
Nuttige documenten en uniformiteit
Peter: “De gemeenten hadden destijds een behoorlijke voorraad bodemsaneringslocaties. Provincie Gelderland had veel kennis en ervaring. In Brabant was er al een kennissamenwerking over bodem tussen provincie en gemeenten die goed werkte. Een goed voorbeeld dus voor een Gelderse kennissamenwerking! Zo ontstond er een samenwerking tussen gemeenten en provincie, die destijds nog ver van de gemeenten af stond. Die afstand is in de loop van de jaren steeds kleiner geworden. De provincie is jarenlang (hoofd)financier van het GOO geweest, waarmee het belang van het kennis delen en ontwikkelen nog eens extra werd onderstreept. Het is mooi dat gedurende de jaren steeds meer gemeenten actief hebben bijgedragen – en dat nog steeds doen, ook financieel – aan het GOO. Samen komen we verder. Zo kwam er bijvoorbeeld drie keer een gezamenlijke bodemsaneringsnota van de provincie Gelderland en de gemeenten Nijmegen en Arnhem. In de laatste jaren zijn er meer documenten en handreikingen door de samenwerking binnen het GOO opgeleverd die voor alle gemeenten en omgevingsdiensten bruikbaar zijn. Daar mogen we best trots op zijn! Ook omdat dit bijdraagt aan meer uniformiteit. En het is ook gewoon heel leuk om samen te werken binnen zo’n kennisnetwerk: ik zit inmiddels meer dan 20 jaar bij het GOO!”
We zijn nog lang niet klaar met bodem
Het GOO groeide en bloeide volop. Er werd een meerjarenplan opgesteld. Ook werd er meer bestuurlijke betrokkenheid gezocht. Die betrokkenheid kreeg vorm in de GOO-stuurgroep, die een belangrijke rol speelt bij het realiseren van bestuurlijke aandacht voor het belang van bodem, ondergrond en water bij maatschappelijke opgaven. “We zijn nog lang niet klaar met bodem. Misschien is het wel harder nodig dan ooit: onbekende stoffen, drukte in de bodem, verdichting, geothermie, bodembiodiversiteit. Het grijpt allemaal op elkaar in. Bijna alles wat in de wereld gebeurt, vindt plaats in of op de bodem. De bodem draagt, voedt. Het is de basis van ons leven! Daarom is een kennissamenwerking over bodem en ondergrond zo belangrijk.”
Sterk netwerk
Het GOO is ook een plek van ontmoeten. Door corona hebben we nieuwe vormen van ontmoeten ontdekt. Voor het GOO gaf de switch van elkaar fysiek ontmoeten naar digitaal een enorme boost. Het netwerk bleek sterk genoeg om elkaar ook op die manier te vinden, om aansluiting te vinden bij elkaar en samen te werken aan oplossingsrichtingen voor vraagstukken. Dat is een verdienste van alle oude én nieuwe leden van het GOO!